Nu de soldenperiode verschoven is naar 1 augustus, begint de sperperiode morgen, op woensdag 1 juli. Mode Unie, de federatie voor de zelfstandige modedetailhandel, leert uit een bevraging bij haar leden dat modehandelaars de verkoop tijdens de sperperiode positief inschatten.

“We zijn uitermate tevreden dat de zomersolden verschoven zijn naar 1 augustus. Dat geeft modehandelaars de nodige ademruimte om hun goederen een extra maand aan een normale marge te kunnen verkopen. Dit is broodnodig gezien modewinkels hun deuren verplicht moesten sluiten gedurende de acht beste weken van het verkoopseizoen. Modehandelaars schatten de verkoop in juli positief in. Ze kunnen immers een maand langer hun zomeritems zonder solden verkopen”, aldus Isolde Delanghe, directeur Mode Unie.

Tijdens de sperperiode, de periode van vier weken voorafgaand aan de solden waarin de sector van kleding, lederwaren en schoenen geen prijsverminderingen aangekondigd mogen worden, organiseren steden en gemeenten traditioneel heel wat braderijen. Omwille van veiligheidsmaatregelen zijn deze op heden verboden. We zien dan ook dat de verkoop in deze periode wat terugvalt. De eerste drie weken na de heropening op 11 mei waren goed tot zeer goed, nu valt de verkoop in vergelijking met andere jaren een stuk terug door het uitblijven van braderijen.

“Tijdens de normale pre-corona sperperiode werd al heel wat koppelverkoop aangeboden. Dat zien we nu iets minder, afhankelijk van de locatie van de winkel en de subsector”, aldus Delanghe. “Winkels in shoppingstraten en in stedelijke gebieden geven meer korting in vergelijking met winkels aan de rand van de stad of buitenstedelijke winkels. Zij staan immers minder onder druk om mee te gaan met de negatieve prijzenslag die ketens willen voeren. We zien ook dat de consument niet steeds vraagt naar korting in dit type winkel: er is begrip voor het feit dat modewinkels door de verplichte sluiting uiterst zwaar getroffen zijn en dus zoveel mogelijk aan normale marge willen verkopen. Tevens zien we dat in subsectoren zoals de lingeriesector zo goed als geen korting gegeven wordt voor de start van de solden.”

Indien er koppelverkoop toegepast start deze gemiddeld aan -20% vanaf de aankoop van twee kledingstukken. Wanneer we de seizoenverkoop van dit jaar vergelijken met de cijfers van vorig jaar geven zelfstandige modedetaillisten een negatief cijfer van -30 tot -40% aan. “Logisch, de winkels zijn de acht beste verkoopweken kwijt dit jaar door de verplichte sluiting, dit kan niet anders dan drukken op het totale resultaat”, legt Isolde Delanghe uit.

Ook hier zien we een verschil in locatie: zelfstandige winkeliers buiten de stadskernen en in gemeenten scoren het best. Modewinkels in grote steden doen het minder, de verkoop kwam daar immers pas op gang na de heropening van de horeca op 8 juni. De shoppingcentra scoren het slechtst. Consumenten zijn nog steeds afgeschrikt om te gaan shoppen in overdekte centra, wat een duidelijke impact heeft op de verkoop.

De algemene bevinding dat consumenten ‘lokaal shoppen’ meer dan ooit belangrijk vindt, blijft. Klanten willen hun lokale handelaar en dus de economie en de samenleving ondersteunen en zien nu meer dan ooit de meerwaarde in van de diversiteit die zelfstandige modehandelaars bieden en de service die ze er krijgen. Mode unie vraagt dan ook aan alle overheden dat ze lokaal shoppen aanmoedigen en hier campagnes voor opzetten in de toekomst zodat dit enthousiasme bij de consument aanhoudt. Hier wint iedereen mee.

“Het promoten van enkel lokaal shoppen alleen zal de bijzonder zwaar getroffen modesector echter niet uit de problemen helpen. Vorige week vroeg Mode Unie daarom een BTW verlaging van 21% naar 6% voor de laatste twee kwartalen van dit jaar. We hopen dan ook dat dit politiek op de agenda komt zodat de modesector de nodige ademruimte krijgt om een massale storm aan faillissementen binnen de sector verder te helpen voorkomen. Zowel bij grote retailers, Belgische merkenfabrikanten maar zeker en vooral ook bij zelfstandige moderetailers’, besluit Delanghe. ‘